Waardering:

Boetseren van teksten

Van journalist naar woordvoerder naar speechschrijver naar thrillerauteur. In de loopbaan van Yvonne Doorduyn draait het om schrijven, politiek en media. Zo ook in haar boek Onmacht. ‘Ik heb onderschat hoeveel tijd er gaat zitten in het redigeren. Maar voor de rest was het genieten.  En nu het klaar is, is het een fantastisch gevoel. Dit wilde ik al vijftien jaar’.

Een speechschrijver op een groot Haags departement die op verdenking van moord in de cel beland, is niet een alledaags verschijnsel. Het is echter wel het begin van het boek Onmacht van Yvonne Doorduyn, dat onlangs is verschenen. Dat hoofdpersoon Sarah Bovens in het boek werkt als speechschrijver, is geen toeval. Yvonne Doorduyn werkt immers zelf al enige jaren als schrijfster van toespraken voor de bewindspersonen op het departement van Infrastructuur en Waterstaat, minister Cora van Nieuwenhuizen en staatssecretaris Stientje van Veldhoven.

Haar eerste boek, Onmacht, is verder fictie, onderstreept de auteur. De verdachte in het boek is een paar jaar voor de gebeurtenissen in het verhaal met haar auto in het water terecht gekomen en heeft daarbij alleen haar jongste kind kunnen redden. Haar zoon verdronk. Daarna probeert zij hernieuwde energie te vinden om haar leven zin te geven. Als zij voor een driedaagse cursus naar een gerenommeerde mediatrainer mag gaan voor haar werk, grijpt zij dat aan. Maar het blijkt het begin van een helletocht. Het mediabureau blijkt gevaarlijke geheimen te hebben en als een vriendin van Sarah dood wordt gevonden, verdenkt de politie haar en wordt zij opgepakt.

Yvonne Doorduyn heeft er lang over gedaan voordat zij haar ambitie realiseerde en een boek schreef. ‘Het spreekwoord ‘bezint eer ge begint’ heeft mij lang tegengehouden. Er zijn altijd vragen die aan je hoofd knabbelen. Heb ik wel voldoende fantasie voor een heel boek. Waar haal ik de tijd vandaan. En past het schrijven van een thriller in het beeld dat mensen van me hebben. Het eerste antwoord was blijkbaar: ja, ik had voldoende fantasie. Tijd voor het schrijven moet je maken. Hoe doe je dat met een volledige baan op het departement en een gezin met twee kleine kinderen? Juist dan wil je er ook wel eens even tussen uit. Mijn man doet dat met kitesurfen en zeilen als het lekker waait. De momenten dat ik er tussenuit ging, vulden zich langzaam maar zeker steeds meer met schrijven: me terugtrekken met mijn laptop in een andere wereld, de wereld van mijn eigen verhaal. En wat anderen er van vinden, dat ik een thriller schrijf? Daar moet je je uiteindelijk toch maar niets van aantrekken’.

Hoe is het idee om een boek te schrijven eigenlijk ontstaan?

Yvonne Doorduyn: ‘Ik heb meerdere keren lang gereisd. In 2005 trok ik door Zuid-Amerika en Zuidoost Azië. Ik trok in Laos een paar dagen op met de eigenaar van een klein winkeltje. Hij leefde in armoede, tegelijk straalde hij een enorme vrolijkheid en geluk uit. Hij had een hartenwens: de zee zien. Maar Laos ligt niet aan zee en hij had geen geld voor een lange reis. Ik dacht toen aan mijn eigen wens om een boek te schrijven en hoeveel makkelijker die te realiseren was. We wonen in een land met zoveel kansen. Daar in Laos realiseerde ik me, dat als je echt iets wil in Nederland, dat je het dan alleen nog maar hoeft te dóen. En ja, voordat je dan de tijd hebt gevonden, duurt het nog vijftien jaar’.

‘In het dankwoord richt ik mij tot de docent Engels van een talencursus in Vught. Ik mocht daar naartoe om mijn schrijfvaardigheid in het Engels te verbeteren. Ik vertelde over mijn wens een boek te schrijven. Zij gaf mij toen als huiswerk een eerste hoofdstuk te schrijven in het Engels. Daar hebben we toen over gesproken. Dat huiswerk is nog steeds het eerste hoofdstuk in het boek. Nadat ik bij de Volkskrant was vertrokken, ben ik als woordvoerder aan de slag gegaan. Eerst kort in Brussel voor de D66-fractie in het Europees Parlement en daarna op het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Maar ik merkte dat ik het schrijven miste. Journalisten worden wel eens nieuwsjunkies genoemd. Ik ben daarnaast ook een schrijfjunkie. Het boetseren van teksten vind ik heel mooi. En mijn ei, mijn schrijfei, kon ik niet in persberichten kwijt. Toen er een speechschrijver vertrok, hoefde ik er niet lang over na te denken. Ik had al een paar toespraken geschreven voor de vorige minister, Melanie Schultz van Haegen, en ik merkte dat ik het leuk vond en dat het me goed af ging’.

En dan is een overstap naar fictie logisch?

Yvonne Doorduyn: ‘Journalisten en woordvoerders moeten zich natuurlijk altijd aan de feiten houden. Ik had behoefte om te schrijven zonder verantwoording af te leggen. Ook geen verantwoording aan de waarheid. Wel heb ik veel gehad aan mijn overbuurman. Hij werkt bij de recherche en heeft mij rondgeleid in de wereld van politie en gevangenissen. Ik ben ook in een gevangenis gaan kijken. En medisch moet het natuurlijk ook kloppen. Ik heb serieus overwogen om bij de brandweer een ‘auto te water oefening’ te doen. Heel eerlijk? Ik durf het niet. Ik had ooit een nachtmerrie waarbij ik met mijn auto in het water terecht kwam en maar een van mijn twee kleine kinderen kon redden. Eigenlijk is het idee van het boek ontstaan uit drie van dergelijke dromen, die ik in elkaar heb gedraaid en waarvan ik één verhaal heb gemaakt. Spannende dromen opschrijven doe ik al jaren. De volgende ochtend lees je dan soms totale onzin, maar het geeft mij wel ideeën. Zo had ik dus ook een droom waarin ik verdachte was van het plegen van een moord’.

Voor het schrijven van haar verhaal maakt Yvonne Doorduyn vooraf geen plannen. Voor haar geen tijdlijn – ‘ik maakte er pas een voor de uitgever’ – of een samenvatting per hoofdstuk. Gewoon beginnen met een verhaal en kijken waar je uitkomt, dat was haar devies. ‘Als je van schrijven houdt, is fictie de ultieme vrijheid. Ik wil dan ook geen raamwerk vooraf. Ik wil zomaar opeens linksaf kunnen slaan, alleen maar omdat het een spannende wending is. Op driekwart van het boek wist ik nog niet wie de moord had gepleegd. Maar het betekende wel dat er toen het manuscript af was, veel tijd is gaan zitten in het redigeren. Alles moest kloppen. De tijdlijn die ik toen heb gemaakt, heeft daarbij zeker geholpen. Ik heb dat proces en de tijd die er in is gaan zitten wel onderschat. Maar nu ik alles heb rechtgetrokken met behoud van spannende wendingen en verrassingen, is het gevoel echt fantastisch. Mijn boek is er. En ik heb er van geleerd: begin voordat je je bezint. Het spreekwoord ‘bezint eer ge begint’ houdt veel te veel goede ideeën tegen’.

Bestel dit boek direct van de uitgever via deze link.