Waardering:

Een rationele thriller

DeVries-Vuurvogel-04-Front (2)Met Operatie Vuurvogel schaart PvdA-senator Klaas de Vries zich in het illustere rijtje van schrijvende politici. Boris Dittrich, Jan Terlouw en Theo Joekes om maar eens een paar voorbeelden te noemen. De Vries heeft met Operatie Vuurvogel een uitstekend debuut te pakken.

auteurs lowres (6 van 6)Het schrijven van zijn eerste boek, is een langlopend project geweest. ‘Ik ben in 1997 begonnen tijdens een korte wintervakantie in Oostenrijk. Ik had zoals gebruikelijk een tas boeken bij me om te lezen. Maar ik bleek helemaal geen zin in die boeken te hebben. Ik dacht: wil ik allemaal weten wat er in die boeken staat? Nee. Dan ga ik toch een boek schrijven? Een boek dat ik zelf zou willen lezen? Elke winter als wij op skivakantie in Oostenrijk waren heb ik er verder aan geschreven. Alleen daar in die stacaravan. De andere elf en een halve maand per jaar heb ik er wel aan gedacht en soms een aantekening in een opschrijfboekje gemaakt, maar schrijven heb ik alleen daar gedaan’.
In het boek wordt een musicus op bezoek in Venetië vermoord. De Italiaanse en Nederlandse politie werken prima samen, maar toch schiet het onderzoek niet op. Een advocaat, schoolvriend van de vermoorde musicus, raakt samen met de weduwe betrokken bij het onderzoek, waardoor de moordenaar zich op dit tweetal stort.
Het valt op dat in het boek de woorden politiek of Binnenhof niet vallen. ‘Dat heb ik echt heel bewust gedaan’, vertelt De Vries in zijn kantoor aan het statige Haagse Lange Voorhout. ‘De politiek vind ik zo serieus, dat ik er geen fictie over wil schrijven. Het is prettig om me te verplaatsen in een fictieve wereld. Iets wat het Binnenhof níet raakt’.
De Vries heeft lang nagedacht over wat voor een soort boek het moest worden. Niet weer een verhaal met een overwerkte rechercheur, een alcoholische agent of onderzoeker die door ander persoonlijk leed is getekend. ‘Het is een belangrijk deel van mijn motivatie om niet weer zo’n eindeloos boek te schrijven. Ik wist heel goed wat ik niet wilde. Maar wat ik wel wilde is pas langzaam gegroeid. Ik wilde iets met spanning en daar hoort een moord aan het begin van het boek bij. En het moest een beetje vaart hebben. Niet pagina’s met het ontleden van de hoofdpersonen. Natuurlijk vertel je een beetje over de mensen die in het boek voorkomen, je moet empathie opwekken, maar niet te veel. Mensen moeten willen weten hoe het verder gaat’.
‘Het moet ook niet loodzwaar zijn. Af en toe een grapje in het verhaal brengt licht in het drama. Niet te veel, af en toe moeten de lezers even kunnen grinniken. Zoals in een Grieks drama de spelers in een terzijde grappen maken, zo wil ik dat in mijn boek ook. Een dergelijke insteek bevalt mij heel erg’.
Bij het schrijven heeft De Vries een duidelijk beeld voor ogen van zijn lezer: Een persoon die in de trein van Den Haag naar Groningen zijn boek ter hand neemt. De hoofdstukken zijn kort, het verhaal is niet overdreven lang. ‘Iemand die langzaam leest moet het in de trein van Groningen naar Maastricht uit kunnen lezen. Snelle lezers hebben het uit in de trein van Groningen naar Den Haag’.
Het schrijven is Klaas de Vries bevallen. Zo goed bevallen, dat hij al is begonnen aan zijn tweede boek. Daar gaat hij niet opnieuw veertien jaar de tijd voor nemen, lacht hij. ‘Ik ben zeventig en binnenkort houd ik op met werken. Ik ben nu nog voorzitter van het CAOP – het centrum arbeidsvoorwaarden overheidspersoneel – en dan ga ik een nieuwe levensfase in. Het zou leuk zijn om elke anderhalf tot twee jaar een boek te publiceren. Ik doe het gewoon voor mijn plezier. Ik ben geen broodschrijver’.