Waardering:
Foto Ed Coenen
Foto Ed Coenen

‘Je moet een serie niet uitknijpen’

Na vijf boeken stopt de Zweedse schrijver al weer met zijn reeks rond inspecteur Barbarotti. Dat is jammer, want het is een bijzonder goede serie geworden met als hoogtepunt het net verschenen boek De slager van Klein Birma. ‘Je moet een serie niet te veel willen uitknijpen’, verontschuldigt Håkan Nesser zich lachend.

De succesvolle Zweedse schrijver is weer eens in Nederland om zijn nieuwste boek te promoten. In Amsterdam doet hij interviews, in Culemborg houdt hij een signeersessie, in Mechelen wordt hij door de Vlaamse schrijver Bavo Dhooge geïnterviewd en in Kortrijk houdt hij weer een signeersessie. Erg? Zo’n trip? Nou nee, hij geniet er van. Mensen ontmoeten en je komt nog eens ergens. Nesser is toch al een globetrotter. Hij woonde al in New York, Londen, een Engels dorpje in Exmoor. Nu is hij terug in Stockholm. ‘Ik wil in Zweden begraven worden. Ja, je komt op een gegeven moment op een leeftijd dat je daarover gaat nadenken’, zegt de 64-jarige schrijver.

Oud-leraar Nesser brak door met zijn serie over rechercheur Van Veeteren. Een reeks van tien boeken volgde. Het was zo succesvol dat er ook een tv-serie van werd gemaakt. Maar na tien boeken vond Nesser het welletjes. ‘Ik had al snel besloten dat het bij tien boeken moest blijven. Daarna heb ik een boek met inspecteur Barbarotti geschreven. Ik had echt geen idee dat het een serie zou worden. Maar ik vond die Barbarotti eigenlijk wel aardig en ik wilde geen afscheid van hem nemen. Het zijn uiteindelijk vijf boeken geworden’.

De serie rond de met onzekerheid en verdriet worstelende inspecteur is overal ter wereld juichend ontvangen. Lof alom. Toch stopt Nesser al na vijf boeken? Lachend: ‘Je moet een serie niet te veel uitknijpen. Dan verlies je de lezers. Ik wil verschillende boeken schrijven, verschillende verhalen, verschillende hoofdpersonen. Dat heb ik ook bij de Barbarotti-boeken gedaan. Neem het laatste deel, De slager van Klein Birma. Meestal begint een spannend boek met een moord, maar nu begint het boek met het overlijden van de vrouw van Barbarotti. De inspecteur wordt wakker naast zijn vrouw en merkt dat zij is overleden. Eigenlijk is De slager van Klein Birma een boek over rouw en verwerken van verdriet. Ik dacht: wat gebeurt er als zoiets je overkomt. Hoe ga je er mee om. Dat drama wilde ik beschrijven’.

In dat proces van rouwverwerking, keert Barbarotti zich tot God, legt Nesser uit. Niet naar de kerk, onderstreept de schrijver, maar rechtstreeks aan God. ‘Hij leest de bijbel, maar naar de kerk gaat hij niet. Barbarotti probeert in het reine te komen met de gebeurtenissen in zijn eigen leven’. Nesser vervolgt nadenkend over zijn eigen leven: ‘God is een gentleman, serieus. Hij neemt mensen in bescherming. Maar hij is niet langer ‘in control’ als het gaat om de gebeurtenissen hier op aarde’.

Håkan Nesser houdt niet van het cliché dat bestaat over ‘de Scandinavische thriller’. De morsige, chagrijnige rechercheur die eigenzinnig zijn gang gaat, ruzie heeft met zijn baas en zijn collega’s en toch de misdaad oplost. En niet te vergeten: Scandinavische thrillers zijn meestal geëngageerd, links, progressief. ‘volgens dat cliché moet een thrillerauteur links en kritisch zijn. Dat ben ik ook wel, maar ik kan er niet over schrijven. Dat doen zoveel anderen al. Ja, er zijn wel heel erg veel Scandinavische schrijvers. Er zijn er best een paar goeden bij maar ook veel slechte. Namen ga ik natuurlijk niet noemen. Dat doe ik nooit. Waarom er zo veel zijn? Omdat ze zo goed verkopen. Daarom’.

En hartelijk lachend voegt hij er nog aan toe: ‘Het is jullie eigen schuld. Dan moeten jullie er maar niet zo veel van kopen’.