Waardering:

Sprongen door de tijd

Van de wraak van de zee in de toekomst naar de bouw van de Keulse kathedraal in 1260 is een enorme sprong. Van sciencefiction naar een historische roman, dat doen niet veel schrijvers. Auteurs kiezen een van de twee kanten van het spectrum. Frank Schätzing kiest juist niet: Hij maakt die overstap juist wel.

De Duitse schrijver brak door met De Zwerm. In dat boek neemt de zee wraak op de mens. Vervuiling, visfabrieken, jacht op walvissen, de micro-organismen in de diepzee zijn het zat. Samen blijken ze een hoge intelligentie te bezitten die hen in staat stelt terug te slaan. De fantasie van Frank Schätzing leverde een dik maar zeer lezenswaardig boek op.

Maar hoe succesvol ook, Schätzing heeft het roer radicaal omgegooid voor zijn nieuwe boek, De dood en de duivel. Dit keer is hij diep de geschiedenis in gedoken. De Keulse middeleeuwen waren een tijd van intriges, oorlogen tussen de aartsbisschop, de adel, de rijke patriciërs en de gilden (de verenigingen van handwerklieden). De gewone arme man, de boeren op het land, werden de dupe. Zij werden over de kling gejaagd, verkracht, bestolen. Het maakte weinig uit van welke partij de soldaten waren: Ze verkrachten, plunderden, staken boerderijen in brand, verwoesten de oogst. Oorlog was ook in die tijd een hel.

Schätzing heeft een van die intriges als uitgangspunt genomen. Tijdens de bouw van de grootse kathedraal in Keulen, valt de bouwmeester van de steiger. Een ongeluk? Moord? De jonge zwerver Jacop ziet het allemaal gebeuren. Hij zit verstopt tussen de bladeren van een appelboom in de tuin van de aartsbisschop die hij aan het leegroven is. De jongen valt zelf van schrik uit de boom. Jacop kijkt de moordenaar recht in de ogen en gaat er vandoor. Maar de bedelaar en gauwdief is daarna zijn leven niet meer zeker. Hij blijkt het begin van een ingewikkelde coup van de rijke burgerij te hebben gezien die de aartsbisschop een toontje lager moet laten zingen.

Daarmee heeft Schätzing in feite een soort schelmenroman geschreven. De jonge bedelaar moet laveren tussen de gevaren die hem bedreigen. Diens avonturen en de romance die hij beleeft, vormen het hart van het boek. Maar Schätzing laat meer zien dan alleen de samenzwering in de rijke kringen van Keulen. Hij probeert het dagelijkse leven in een middeleeuwse stad te schetsen. De armoede, ellende, harteloosheid van een primitieve samenleving die Europa toen nog was. De dood lag overal op de loer en juist daarom was het katholieke geloof zo belangrijk. De kerk had Europa nog in een ijzeren greep. De kruistochten naar het Heilige Land waren verworden tot slachtpartijen tegen ketters.

In De dood en de duivel laat Schätzing zien dat hij meer kan dan een soort fantasy-thriller te schrijven over de wraak van de zee. Zijn duik in de geschiedenis mag dan aansluiten op de schier eindeloze reeks historische romans die na het succes van Dan Browns Da Vinci Code zijn uitgekomen, dat maakt in dit geval niet uit. Schätzing steekt met kop en schouders boven de middelmaat uit.