Waardering:

De klasse van een meesterauteur

 

Het is bijna onvoorstelbaar, maar de Amerikaanse meesterverteller Michael Connelly blijft maar in hoog tempo mooie boeken schrijven. Want ook zijn 23ste boek is weer een topper. ‘Het recht om te zwijgen’ is uitstekend geschreven, het heeft een prachtig plot en een even verrassend als logisch einde. Connelly lijkt geen last te hebben van het verschijnsel waar zoveel andere succesvolle auteurs mee te maken krijgen: verlies aan inspiratie leidt bij heel veel schrijvers tot routinematige, minder geslaagde boeken.

In zijn nieuwe boek vervolgt Connelly de serie rond Mickey Haller, de Lincoln advocaat. Daarbij haakt de schrijver in op de actuele huizencrisis in de VS. Deze crisis heeft veel gezinnen in de financiële problemen gebracht. Zij kunnen hun woekerhypotheek niet meer betalen en worden uit hun huis gezet door de bank. Tot nu toe zijn de verhalen vooral verteld vanuit het gezichtspunt van falende banken, graaiende topondernemers en aarzelende politici, maar Connelly neemt het op voor de ‘gewone’ man, de echte slachtoffers van de crisis.
Haller heeft zich vanwege gestort op die onteigeningen. Hij probeert mensen te helpen door tegen de banken te procederen, want er blijken nogal eens wetten te worden overtreden door de bedrijven die de veilingen voor de banken regelen. Want natuurlijk zijn er gieren genoeg die proberen rijk te worden door de huizencrisis. Een van die slachtoffers die bij de Lincoln advocaat aanklopt is Lisa Trammel. Haller ontdekt inderdaad fraude in haar zaak, maar voordat hij actie kan ondernemen wordt de bankier vermoord. Natuurlijk wordt zijn cliënt van de moord verdacht en Haller is terug waar hij het liefst is: in de rechtszaal om een verdachte van moord te verdedigen.
Maar langzaam dringt zich bij Haller de vraag op: hoe onschuldig is zijn klant eigenlijk en hoe belangrijk is die schuldvraag eigenlijk nog voor hem? Die vraag voert Connelly naar het dilemma van Hallers leven. Is hij nog wel geschikt als strafpleiter of moet hij het roer omgooien.
‘Het recht om te zwijgen’ speelt zich voor een belangrijk deel af in de rechtszaal waar Haller zijn cliënt verdedigt tegenover een agressieve officier van justitie die regelmatig vals speelt. Connelly beschrijft de gebeurtenissen op een koele, afstandelijke manier waardoor het boek lijkt op een journalistiek verslag van de gebeurtenissen. Geen lange verhalen over diepere gedachten of terugblikken naar een moeilijke jeugd. Gewoon, opschrijven wat er gebeurt en de conclusies aan de lezer laten, zoals het een goed journalist betaamt.
Zoals gebruikelijk bij Connelly heeft hij weer een ijzersterk plot in elkaar getimmerd. Samen met de droge schrijfstijl en de sociale compassie die uit zijn werk spreekt, is zijn 23ste boek al weer net zo goed als de 22 die eerder verschenen. Een heerlijke thriller die aan geen verzameling mag ontbreken.