Waardering:

Undercover in Al-Qaeda

Het lukt de Westerse inlichtingendiensten maar niet om een undercover agent in de wereld van het moslimterrorisme te laten doordringen. Aanslagen worden nog steeds gepleegd en hoe lang duurde het voordat Osama Bin Laden was gevonden? De Engelse meesterschrijver Frederick Forsyth verkent in zijn nieuwe boek, De Afghaan, hoe zo’n infiltratie zou kunnen verlopen.

Na de aanslagen in Londen komen de geheime diensten van Engeland en Amerika er achter dat een volgende aanslag dreigt. Dat zou een aanslag worden die alle eerdere bommen en vliegtuigen in de schaduw zal stellen, denken de bazen van de CIA en hun Engelse collega’s.

Maar wie kan de zaak onderzoeken? Hoe voorkomen de diensten een aanslag? Niet zeuren, zeggen de politici, gewoon onderzoeken, oppakken, voorkomen. Alles mag, doe wat nodig is. Bam, de politieke deur slaat dicht. Niemand wil weten hoe de diensten optreden, als ze maar optreden.

Opnieuw via een toeval stuiten de directeuren van CIA en Secret Intelligence Service op een oud-commando die voor Arabier door kan gaan. Hij wordt getraind om de plaats in te nemen van een  Afghaanse taliban-commandant die al jaren in de beruchte Guantanamo gevangenis zit.

Zoals van Forsyth mag worden verwacht, heeft de Engelsman lang en vergaand onderzoek gedaan voor dit nieuwe boek. Haarfijn legt hij de ontwikkelingen aan beide zijden van de scheidslijn uit. Hoe het verzet in Afghanistan zich eerst tegen de Russen met hun communistische vrienden keerde en vervolgens tegen Amerika en het Westen. Aan de andere kant gunt Forsyth de lezer een kijkje achter de schermen van het antwoord van het Westen en de manier waarop de geheime diensten opereren. De Afghaan is natuurlijk fictie, een verzonnen plot, maar het geeft wel degelijk inzicht in de drijfveren van beide kanten en in de wijze waarop de tegenstanders elkaar op leven en dood bevechten.

Soms zit het onderzoek overigens Frederick Forsyth wel in de weg. Dan gaat hij in zijn hang naar details te ver. De nauwgezette omschrijving van wapens, types, boringen, kaliber, gaat wel erg ver. Op dergelijke momenten vertragen de details de supersonische vaart die deze boeken nodig hebben. Het is immers een soort achtervolgingsboek. De lezer weet dat er een aanslag dreigt en de infiltrant moet zijn dekmantel lang genoeg weten vol te houden om wie, waar, wanneer en hoe door te kunnen geven. Het waarom hoeft niet. Dat is zo al duidelijk genoeg.

Met De Afghaan heeft Frederick Forsyth weer een goed boek afgeleverd. De lezer leert er wat van, het plot zit uitstekend in elkaar, het is vlot geschreven. De vaart wordt zo nu en dan uit het verhaal gehaald door de overvloed aan details. De suggestie van gejaagdheid en de noodzaak van haast wordt daarentegen weer versterkt door de voortdurende overschakelingen. Het lijkt wel alsof Forsyth het boek als script voor een tv-serie heeft geschreven. Elke ontwikkeling wordt op de voet gevolgd. Zo zit de lezer in een Guantanamo-cel of de camera springt over naar het opleidingscentrum in Schotland, het onherbergzame grensgebied van Afghanistan en Pakistan, of naar de moslimextremisten op de Filippijnen.

Het doet in de verte denken aan De dag van de jakhals, Forsyths beroemde debuut over een moordaanslag op de Franse president De Gaulle. De inlichtingendiensten zitten de jakhals, een huurmoordenaar, voortdurend op de hielen, maar hij weet toch nog bijna in zijn opzet te slagen. Ook nu weet de lezer dat een aanslag door Al Qaeda er aan zit te komen. De geheime agenten zitten de terroristen op de hielen, maar weten ze maar niet te onderscheppen. Bij De Gaulle was het duidelijk dat de aanslag niet zou lukken. De Gaulle is met pensioen gegaan en uiteindelijk als oude man een natuurlijke dood gestorven. In De Afghaan heeft de lezer die zekerheid niet. De aanslag is zo goed gepland dat het de terroristen best zou kunnen lukken.